De runderen van het ras blonde d’aquitaine, ook wel Blondes genoemd, staan bekend om de lengte, bespiering, elegantie en makkelijk afkalveren.
De bespiering is gelijkmatige over het lichaam verdeeld, waarbij de lichaamslengte opvallend is. Volwassen stieren wegen tussen 1300 en 1500 kilo en volwassen koeien tussen 850 en 1100 kilo. De runderen hebben een elegante uitstraling.

le grain de la viande

Hoewel gewicht altijd belangrijk is, is het voor ons zeker niet het belangrijkste, het belangrijkste fokdoel is de kwaliteit van het vlees. Zoals ze het in Frankrijk mooi zeggen: le grain de la viande. letterlijk vertaald betekent dat de nerf van het vlees, dat wil zeggen dat de draad van het vlees fijn en zacht moet zijn, wat zorgt voor zacht vlees, mals met veel smaak. En als je erop let dat je het vlees precies lang genoeg laat bakken krijg je zo een perfect stukje rund op je bord. Klik hier voor een overzicht van de ideale gaartijden voor het vlees van de blonde d’aquitaine koeien.

De meeste koeien hebben een karkasgewicht van 550 tot 600 kg, en wegen levend rond de 900 kilo. Daarvan kunnen we gemiddeld 440 kg vlees verkopen in de vleespakketten. De zwaarste koeien wogen meer dan 700 kg karkasgewicht en wogen levend bijna 1100 kg. Recent hebben we vleespakketten verkocht van Jans, zij woog 711 kg karkasgewicht en gaf 535 kg aan vleespakketten. Het mooie aan Jans was dat ze ondanks het hoge gewicht een super fijne structuur had, waardoor het vlees lekker mals en smakelijk was.

een modern ras uit oude bloedlijnen

Zoals de naam al doet vermoeden, vindt het ras haar oorsprong in de Zuidwest-Franse regio Aquitanië. Tot 1920 waren er drie onderrassen in Aquitainië en omgeving; namelijk de Garonnaise, de Quercy en de Blondes des Pyrenees . Door deze rassen te combineren ontstond een vleesras dat unieke eigenschappen wist te combineren.

Kenmerken die bij de blonde d’aquitaine thuis horen:

  • Kleur – tarwekleurig, lichte kringen rond de ogen en muil, licht gekleurde poten, de kleur varieert over de seizoenen heen: in de winter donkerder en in de zomer lichter
  •  Kop – expressief en brede muil
  •  Lichaam – erg lang en evenredig, met een fijn skelet en correcte beenstand
  •  Rug – breed en horizontaal, goed bespierd, goed aangesloten aan het kruis
  • Voorhand – brede diepe borst, gespierde schoft met goed aangesloten schouders
  •  Achterhand – Erg gespierd met een bekken dat langer is dan breed, lange ronde broek met doorlopende binnenbil, staart verzonken en een goed ontwikkeld uier